Kun je een kat hondenvoer geven?
Om deze vraag te beantwoorden vergelijken we de kat met de hond als dier. We kijken naar het spijsverteringskanaal van zowel kat als hond, de onderzoeken naar behoeftewaarden voor katten en honden en naar de specifieke eisen aan voeding voor de kat en de hond. Zo kan ik een onderbouwd antwoord geven op de vraag ‘Kun je een kat hondenvoer geven?’.
Het spijsverteringskanaal van kat en hond
Wanneer we naar het spijsverteringskanaal van kat en hond kijken, zien we dat deze niet aan elkaar gelijk zijn. Natuurlijk zijn deze in grote mate gelijk aan elkaar want ze zijn beiden ontworpen om voedsel en dan met name vlees te verteren. Maar tijdens die vertering worden door kat en hond verschillende vitaminen en mineralen in het lichaam opgenomen.
De verschillen
Er zijn dan ook een aantal verschillen op te merken in het spijsverteringsstelsel van de kat ten opzichte van de hond:
- Het aantal smaakpapillen op de tong van de kat is ongeveer 500. De hond heeft er ongeveer 1700. De kat heeft een hele sterke voorkeur voor de smaak Umani (= hartig = vleessmaak) en de hond heeft juist een voorkeur voor de smaak zoet.
- Het aantal tanden van een volwassen kat is 30 en de volwassen hond heeft er 42.
- De kat kan een gedeelte van de slokdarm aansturen om bewust over te geven, dit kan een hond niet.
- De maag van de kat is kleiner en minder elastisch dan die van de hond. Daardoor kan in de kat minder grote hoeveelheden eten in één keer dan een hond dat kan. In de natuur eten katten dan ook over de dag verspreid 8-12 kleine prooien en hondachtigen kunnen grotere prooien in één keer opeten en regelmatig een maaltijd overslaan wanneer er geen nieuwe prooi is gevangen.
- De dunne darm van de kat is veel korter ten opzichte van de dunne darm van de hond. Dit heeft een directe link met het goed kunnen verteren van vlees en het minder goed kunnen verteren van plantaardige ingrediënten.
- Zowel kat als hond hebben een Alfa-amylase enzym om plantaardige ingrediënten goed te kunnen verteren. Alleen functioneert het Alfa-amylase enzym van de kat niet en dat van de hond wel.
Het spijsverteringskanaal van de kat is dan ook veel meer ingericht om vlees te verteren dan dat van een hond. De hond kan makkelijker plantaardige voedingsstoffen erbij (dus niet alleen maar) verteren. De kat kan dit eigenlijk gewoon niet. En dit is dan ook het verschil tussen de kat als obligate carnivoor en de hond als ‘gewoon’ carnivoor.
Behoefte aan vitaminen en mineralen
Het volgende verschil ligt in de behoefte van de vitaminen en mineralen die voor een kat essentieel zijn en voor de hond minder essentieel (n uiteraard andersom). Maar hoe weten we nou welke vitaminen en mineralen voor katten wel essentieel zijn en voor honden minder. En waardoor weten we dat de kat een echte obligate carnivoor is en de hond een carnivoor die de voeding over het algemeen net wat makkelijker kan aanvullen met plantaardige producten?
De eerste onderzoeken
Voor dit antwoord moeten we terug naar de vorige eeuw. Als sinds 1900 worden er mondjesmaat onderzoeken gedaan naar de voedingsbehoefte van honden. Kijken we naar de jaren 60/70 van de vorige eeuw, dan is een grote omslag gaande geweest van katten en honden die van buiten naar binnen verhuisden. Rond deze periode leefden veel huisdieren op straat of bij een boerderij. Zo scharrelden katten en honden hun korstje bij elkaar. Maar steeds vaker werden honden en katten als huisdier gehouden en gevoerd door de eigenaar doordat deze dieren veel meer binnenshuis zijn gaan leven. Door deze omslag en in deze periode is de behoefte aan het kant en klaar voer ontstaan zoals dat wij nu kennen.
Om te weten waaraan dit kant en klaar voer moet voldoen en wat daarin moet zitten zijn er onderzoeken geweest. Hierdoor weet een fabrikant wat er wel en niet in de voeding van katten en honden moet zitten om een dier gezond te houden. In de jaren 60 van de vorige eeuw in dit onderzoek naar voedingsbehoeften op grotere schaal gedaan voor honden en pas later toen men ontdekte dat katten het niet heel goed deden op hondenvoer, is pas het onderzoek naar de voedingsbehoefte van katten op gang gekomen.
Wie bepaalt nou de voedingsbehoefte van katten?
Er zijn verschillende instanties en personen die zich hiermee bezig hebben gehouden. Het NRC en FEDIAF hebben voor honden en katten onderzoeken gedaan en uitgangspunten geformuleerd. Zij hebben uitgezocht:
- Wanneer ontstaan er tekorten?
- Wanneer krijgt een dier te veel van bepaalde vitaminen binnen?
- Wat zijn de echt essentiële voedingsbehoeften van deze diersoort?
- Wat is de invloed van deze overschotten of tekorten op het lichaam van een dier?
Voedingsbehoefte van de kat
Meer specifiek heeft Dokter Wanner (universiteit van het Zürich) hier ook onderzoek naar gedaan, alleen hij heeft zich écht helemaal gericht op de kat. Want tja, een kat is nou eenmaal geen hond. Dokter Wanner heeft dan ook uitgezocht aan welke behoeften de voeding moet voldoen voor een lacterende poes, een kitten of een opgroeiende kat, naast de behoefte van de volwassen kat.
Vanuit al deze onderzoeksgegevens zijn er behoeftewaarden geformuleerd voor huisdieren. En hierbij er zijn significante verschillen waargenomen tussen de behoefte van de kat en de behoefte van de hond. Overigens zijn er tussen de onderzoeken zelf ook best grote verschillen waar te nemen en dat maakt het toepassen van al deze gegevens nog best lastig.
Waar moet voeding voor een kat aan voldoen (ten opzichte van de hond)?
Door alle uitkomsten van onderzoeken naast elkaar te leggen en te kijken waar welke vitaminen en mineralen in zitten en waar de essentiële behoefte ligt van katten (en van honden), kun je de samenstelling van kattenvoer maken en de vraag beantwoorden: 'Waar moet voeding voor een kat aan voldoen?'
- De kat heeft een hogere behoefte aan hoogwaardige eiwitten dan een hond.
- De kat heeft een hogere behoefte aan vetten dan een hond. Sterker nog, de hond kan vetten veel minder goed verteren dan katten.
- Een kat kan geen koolhydraten verteren en honden kunnen in beperkte mate koolhydraten wel verteren.
- De kat heeft voor zijn Vitamine A behoefte Retinol vanuit een dierlijke oorsprong nodig waar een hond eventueel Vitamine A kan halen uit een plantaardige oorsprong.
- De kat heeft een hele hoge behoefte aan Taurine in de voeding omdat Taurine in het spijsverteringsstelsel heel inefficiënt verwerkt wordt. De hond verwerkt Taurine veel beter waardoor de behoefte aan extra Taurine in voeding minder hoog is.
- De kat heeft meer vocht nodig vanuit de voeding dan een hond doordat een hond van nature makkelijker drinkt om aan het benodigde vocht te komen dan een kat dit doet.
Kan een kat dan hondenvoer eten?
Nu we dit allemaal weten, kunnen we de vraag 'Kan een kat hondenvoeding eten?' heel simpel beantwoorden. Wanneer we kijken naar bovenstaand rijtje aan eisen van voeding voor kat en hond en de significante verschillen, kun je een kat geen hondenvoer geven.
Een kat heeft een hele andere samenstelling van voeding nodig dan een hond. En kant en klaar voer (trouwens een goede B.A.R.F. maaltijd ook) is aangepast aan deze voedingsbehoefte van de kat. Wanneer een kat als basismaaltijd hondenvoer krijgt ontstaan er lichamelijke tekorten en hierdoor op langere termijn ziekten door een tekort aan bepaalde ingrediënten (of een overschot aan niet bij de kat passende ingrediënten).
Passende voeding voor de kat als dier
Kattenvoer is specifiek voor de kat passende voeding onder meer door goede eiwitten en vetten, maar zeker ook doordat er voldoende Taurine wordt toegevoegd. In hondenvoer zitten vaak te weinig vetten, meer plantaardige ingrediënten en onvoldoende Taurine dan een kat nodig heeft om gezond te blijven.
En kat kan dus geen hondenvoer eten als standaard voeding. Er zullen tekorten ontstaan van bepaalde voedingsstoffen en overbelasting van lichaamsprocessen doordat niet bij de kat passende ingrediënten maar moeilijk verwerkt kunnen worden door het lichaam.
Hoe zit het dan met KVV ?
In een aantal webshops worden bepaalde merken kvv aangeboden voor zowel honden als katten. Bij KVV is het zo dat er bepaalde kvv merken geschikt kunnen zijn voor zowel honden als katten. Aan de andere kant zijn er KVV-merken die aangeboden worden voor katten die ook niet helemaal kloppend zijn qua samenstelling specifiek voor de kat. Maar doordat een kvv (in tegenstelling tot wat de afkorting doet geloven), lang niet altijd compleet is, kun je deze KVV compleet maken met behulp van supplementen en extra ingrediënten en afstemmen op wat jouw kat specifiek nodig heeft.
KVV voor katten
KVV voor de kat wordt gezien als een makkelijke manier om vers vlees te geven aan katten. Vers vlees geven aan katten heeft absoluut een aantal grote voordelen. Belangrijk is wel dat de maaltijd écht volledig is. De grootste valkuil bij kvv geven is dat de kvv die jij jouw kat geeft niet compleet of niet passend genoeg is bij jouw kat. Dit met alle gezondheidsrisico’s van dien. Hoe dit zit lees je in mijn blog 'Wat is KVV voor katten?'
Kattenpraktijk De Vrolijke Huiskat
Kattengedragsdeskundige
Voedingsadviseur voor katten
Bach bloesem consulent voor katten
Voor een stressvrije en katvriendelijke omgeving waar jouw kat écht kat kan zijn