Hoeveel moet een kat drinken?

Slechte dorstprikkel van katten

Ik noem het vaker in mijn blogs, maar ik blijf het toch herhalen, want het is de essentie van het slechte drinken van jouw kat. Een kat heeft een slechte dorstprikkel. Een kat is een obligate carnivoor en leeft in een natuurlijke omgeving op kleine prooidieren en in deze prooidieren zit veel meer vocht dan in een droge brok.

Dus in de natuur krijgt een kat het meeste vocht binnen via de voeding. Er is voor de kat daardoor geen noodzaak om heel veel vocht extra te drinken (dit kan ook niet want de herkomst van onze huiskat ligt tenslotte in de woestijn). Dit is dan ook precies de reden dat katten slechte drinkers zijn, ze hebben niet voldoende dorstprikkel (zoals wij dat hebben) die een signaaltje geeft dat ze dorst hebben. Hierdoor zal een kat uit zichzelf niet heel snel extra gaan drinken.

Met andere woorden, we moeten onze huiskatten stimuleren om extra te drinken. En bij katten is dat nog best een uitdaging vanwege zijn achtergrond en de natuur van het beestje.

Kat raakt uitgedroogd

Veel katten drinken te weinig en raken op langere termijn hierdoor uitgedroogd. Dit heeft te maken met een combinatie van factoren.

• De eerste plaats doordat de natuurlijke dorstprikkel van de kat niet voldoende stimulans geeft om voldoende te drinken.
• Het tweede is doordat waterbakjes voor katten in een huiselijke omgeving vaak op de verkeerde plaats staan, waardoor de kat ontmoedigd raakt om te drinken.
• Het derde is doordat er te weinig vocht in de voeding van de meeste katten zit, hierdoor krijgt de kat het tekort aan vocht in de voeding niet voldoende aangevuld.

Gezondheidsproblemen katten door te weinig vocht

Niet alleen uitdroging op de langere termijn is een veel voorkomend probleem, maar ook het ontstaan van blaasgruis (veel voorkomend bij katten zijn struvietstenen en calciumoxalaatstenen) kan veroorzaakt worden door een tekort aan vocht. Blaasgruis ontstaat doordat de urine heel geconcentreerd is in de blaas door te weinig vochttoevoer en de mineralen uit voeding in de blaas lekker gaan samenklonteren (even heel kort door de bocht gezegd). Deze klontjes noemen we blaasgruis. Het begint dan ook als gruis: hele kleine klontjes die uitgeplast kunnen worden. Maar wanneer de urine langer in de blaas blijft zitten en niet uitgeplast worden, dan gaat deze gruis ook samenklonteren en dan krijg je blaasstenen. En wanneer blaasgruis steeds grotere blaasstenen worden dan wordt uitplassen een uitdaging en kunnen zelfs tot verstopping leiden.

Veel drinken, veel plassen

De andere kant van het verhaal is dat er katten zijn die veel drinken en veel plassen. Wanneer jouw kat dit ‘ineens’ ontwikkelt ( en je hebt het echt niet altijd meteen in de gaten omdat het een geleidelijk proces is), dan kan dit zeker duiden op medische problemen. Denk hierbij aan nierfalen, blaasontsteking bij katten als gevolg van onderliggende ziekten (diabetes, schildklierproblemen en ook weer nierfalen) of baarmoederontsteking.

Kat drinkt uit de kraan

Dit is een veelgehoorde uitspraak van katteneigenaren. Wanneer jouw kat graag uit de kraan drinkt, het liefste de zojuist gebruikte douche opzoekt of regelmatig uit de wc drinkt, dan klopt het drinkbakbeleid van jouw kat niet. De ervoor bedoelde drinkbak voldoet dan niet aan één of meerdere eisen die jouw kat heeft. Om ervoor te zorgen dat jouw kat voldoende vocht binnenkrijgt is het belangrijk om de drinkbak van jouw kat te optimaliseren, zodat deze aantrekkelijker wordt voor jouw kat om daadwerkelijk te gebruiken en veel beter te drinken.

Een kat zoekt altijd vers en ook nog het liefste stromend water om te drinken. Ook dit komt weer voort uit het natuurlijke instinct van jouw kat. Dit is ook de reden dat waterfonteintjes voor katten vaak een uitkomst bieden.

Maar hoeveel moet een kat drinken?

Hoeveel een kat écht moet drinken is een klein beetje afhankelijk van hoeveel vocht er in de voeding van jouw kat zit.

Maar een hele goede richtlijn is: een kat heeft een vochtbehoefte van 60 ml per kilo lichaamsgewicht. Dit betekent dat wanneer jouw kat 4 kilo weegt dat jouw kat minimaal 240 ml water (vocht) per dag moet binnenkrijgen. Dit vocht kan jouw kat binnenkrijgen door te drinken of door het vocht dat in de voeding van jouw kat zit.

Hoe meer vocht er in de voeding van jouw kat zit, hoe minder een kat erbij hoeft te drinken. Dat komt de gezondheid van jouw kat ten goede, doordat een kat van nature door het eten van prooidieren gehydrateerd blijft in plaats van heel veel te drinken.